de imparfait (Apprendre 3)
Deze vorm gebruik je om te vertellen:
- hoe iets vandaag is
- hoe het in het verleden was
- wat er in het verleden is gebeurd
- wat er vandaag gebeurt
Om de imparfait te maken, begin je met:
- de vous-vorm van de présent en daar haal je -ez af.
- de nous-vorm van de passé composé en laat je avoir weg.
- de nous-vorm van de présent en daar haal je -ons af.
- de stam van het werkwoord.
Welke uitgang gebruik je bij de personen je en tu?
Welke uitgang heb je nodig voor de personen il, elle en on?
- ais
- ait
- ions
- iez
- aient
Welke uitgang hoort bij nous?
Welke uitgang staat er altijd bij vous?
- ais
- ait
- ions
- iez
- aient
Aan welke uitgang kun je zien dat je ils of elles bedoelt?