<=
Index
=>
Flash cards Apprendre 4
Klik op Volgende / Omdraaien voor een nieuw woord, of om te kijken of je de vertaling kent. Als je een woord kent kun je op Verwijder klikken om hem uit de stapel te halen.
Volgende / Omdraaien
Verwijder
zin hebben om avoir envie de lenen aan prêter à sorry désolé het pasje la carte genoeg assez ik ben het zat j'en ai marre ik ben verschuldigd, ik moet je dois te trop hé tiens het werk, het baantje le (petit) boulot de maand le mois de boerderij la ferme verkocht vendu het fruit, de vruchten les fruits (m) de groente les légumes (m) jullie weten vous savez nodig hebben avoir besoin de ik mag niet je n'ai pas le droit verdienen gagner niet zo erg pas tellement het begin le début
<=
Index
=>