Flash cards Apprendre 1

Klik op Volgende / Omdraaien voor een nieuw woord, of om te kijken of je de vertaling kent. Als je een woord kent kun je op Verwijder klikken om hem uit de stapel te halen.
la têtehet hoofd
l'oreille (v)het oor
le nezde neus
l'oeil (m), les yeux (m/v)het oog, de ogen
la bouchede mond
la gorgede keel
le brasde arm
la mainde hand
le dosde rug
le ventrede buik
le genoude knie
le piedde voet
maladeziek
blességewond
la fièvrede koorts
avoir malpijn hebben
avoir mal au coeurmisselijk zijn
les urgences (v)de Eerste Hulp
la pharmaciede apotheek
le médicamenthet medicijn
le médicinde arts
l'infimier / l'infirmièrede verpleegkundige
mieuxbeter
se sentir bienzich goed voelen