<=
Index
=>
Apprendre 1
Zoek de vertalingen bij elkaar.
controleren
l'entraîneur (m)
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
la médaille
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
la préparation
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
la blessure
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
le survêtement
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
l'épeuvre (v)
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
marquer un but / un point
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
la coupe
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
la compétition
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
s'entraîner
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
la joie
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
l'exercice (m)
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
l'adversaire (m)
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
l'arbitre (m)
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
la déception
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
battre
???
de competitie
de voorbereiding
1. de proef, 2. de wedstrijd
het trainingspak
de oefening
de trainer
een doelpunt maken
de beker
de teleurstelling
de tegenstander
de scheidsrechter
de vruegde
trainen
de medaille
verslaan
de blessure, de verwonding
controleren
OK
<=
Index
=>