<=
Index
=>
Flash cards Apprendre 4
Klik op Volgende / Omdraaien voor een nieuw woord, of om te kijken of je de vertaling kent. Als je een woord kent kun je op Verwijder klikken om hem uit de stapel te halen.
Volgende / Omdraaien
Verwijder
weten savoir verkopen vendre (als perdre) de datum la date het ogenblik l'instant (m) de korting la réduction de student l'étudiant (m) het tonen, de presentatie la présentation de kassa la caisse de huisvesting, het onderdak l'hérbergement (m) goedkoop bon marché de omgeving les environs (m) afrekenen, betalen régler gelezen lu het verblijf le séjour de inlichting le renseignement overnachten, logeren loger de slaapgelegenheid le gîte d'étape rekenen compter inbegrepen inclus ontvangen recevoir moeten devoir nadenken réfléchir (als finir)
<=
Index
=>