pers. voornaamwoord als lijdend voorwerp (Apprendre 3)

Vertaal de zinnen en vul zo de gaten in. Je kunt om een hint vragen, als je niet weet hoe je verder moet, maar een hint kost wel punten!
Ik ken hem heel goed. --> Je très bien.
Men heeft het georganiseerd voor het stadhuis. --> On devant la mairie.
Nee, hij kent haar niet van collège. --> Non, il du collège.
Pierre kent mij. --> Pierre .
Zie ik je na de les? --> Je après le cours?
Daniel en Georges, ik nodig jullie uit! --> Daniel et Georges, je !
Ik zie ze elke dag. --> Je tous les jours.