produire in de tegenwoordige tijd (Apprendre 8)
Klik op een getal voor de aanwijzing, en vul de vertaling in. Let op, de persoonsvorm hoef je niet in te vullen!
Horizontaal |
1. | ik produceer, jij produceert | 2. | jullie produceren, u produceert | 3. | zij produceren | 4. | hij/zij/men produceert |
|
Verticaal |
1. | wij produceren |
|