Flash cards 6a: spreken nl-fr

klik op volgende / omdraaien voor een nieuw woord, of om te kijken of je de vertaling kent. Ken je het woord, klik dan op verwijder om hem uit de stapel te halen.
ernstiggrave
teleurgestelddéçu
volmaaktparfait
moeilijkdifficile
ongelukkigmalheureux
plotselingbrusquement
gewoonhabituel
gemakkelijkfacile
horenentendre
slechtmal
lichtléger
somsparfois
hartstikkevachement
volplein
ziekmalade
telefoontjecoup de téléphone (m)
duidelijknet
anderssinon
gelukkigheureux
graagvolontiers
lijnligne (v)
namensde la part de
opbellenappeler
rustigcalme
direct, dadelijkaussitôt
vroegerjadis
oudancien
rustigtranquille
boodschapmessage
achterlatenlaisser
alleenseul
nooitjamais
zonder aarzelingfranchement
natuurlijknaturel
tochquand même
daar(ginds)là(-bas)
laattard
geweldigsuperbe
uiterstextrême
gemeenschappelijkcommun
zekercertain
nummer intoetsenfaire le numéro
spellenépeler
ogenblikinstant (m)
toestelappareil (m)
doorverbinden metpasser
draaiencomposer
overbrengentransmettre
preciesexact
wachtenpatienter
terugbellenrappeler
persoonlijkpersonnel
langzaam, traaglent
waarschijnlijkprobable
onmisbaarindispensable
echtertoutefois
zeldzaamrare