Flash cards 8a: spreken nl-fr

klik op volgende / omdraaien voor een nieuw woord, of om te kijken of je de vertaling kent. Ken je het woord, klik dan op verwijder om hem uit de stapel te halen.
overtuigenpersuader
begrijpencomprendre
krachtforce (v)
echt, waarvéritable
het interesseert me nietje m'en fiche
juistjustement
net aan, bijnajuste
hekel hebben aandétester
misschienpeut-être
plaatsvindenavoir lieu
welkombienvenue (v)
afsprekenconvenir de
weigerenrefuser
gesprek, onderhouddiscussion (v)
organiserenorganiser
vertellenraconter
wensensouhaiter
zich verontschuldigens'excuser
in het kader vandans le cadre de
sommigecertain(e)s
begindébut (m)
twijfelendouter
het gevaar lopenrisquer
tegenstand(st)eradversaire (m/v)
lidmembre (m)
zorgen voors'occuper de
wat betreften ce qui concerne
eigenlijkau fond
veroorzakenprovoquer
bedankenremercier
introducerenintroduire
maatregelmesure (v)
nauwkeurigheid, bijzonderheidprécision (v)
uitzonderingexception (v)
vergaderingréunion (v)
voorstellenproposer
gelijk hebbenavoir raison
ongelijk hebbenavoir tort
gezichtspuntpoint de vue (m)
hoogélevé
toegevenadmettre
eerhonneur (m)
keuzechoix (m)
overschrijdendépasser
uitlegexplication (v)
kennisconnaissance (v)
moeilijkheiddifficulté (v)
onvoldoendeinsuffisant
verklarendéclarer