Flash cards 9a: spreken nl-fr

Zoek de goede vertalingen bij elkaar.
armbras (m)
beenjambe (v)
buikventre (m)
hals, nekcou (m)
handmain (v)
hoofdtête (v)
rugdos (m)
schouderépaule (v)
borstenpoitrine (v)
dombête
bleekpâle
spreekkamercabinet (m)
adem halenrespirer
ademhalingrespiration (v)
injectiepiqûre (v)
pijn hebbenavoir mal
bloedsang (m)
bultbosse (v)
ziektemaladie (v)
hevige pijndouleur (v)
gezondheidsanté (v)
zwangerenceinte
geneesmiddelmédicament (m)
receptordonnance (v)
middelproduit (m)
gevoeligsensible
levendvivant
schil, huidpeau (v)
soortespèce (v)
blikboîte (v)
avontuuraventure (v)
directimmédiatement
vuurfeu (m)
vlamflamme (v)
reddensauver
kraanrobinet (m)
hoogtehauteur (v)
smalétroit
harddur
ongelukaccident
bestuurderconducteur (m)
slachtoffervictime (v)
veroorzakencauser
tekeningdessin (m)
politiebureaucommissariat de police (m)
diefstalvol (m)
misdaadcrime (m)
rekeningfacture (v)
verzekeringassurance (v)
voorvalincident (m)
zwaarlourd
verpleger/verpleegsterinfirmier/infirmière (m/v)
cd-spelerlecteur CD (m)
rechthoekigrectangulaire
spannendpassionnant