Flash cards 12a: spreken nl-fr

Klik op Volgende / Omdraaien voor een nieuw woord, of om te kijken of je de vertaling kent. Als je een woord kent kun je op Verwijder klikken om hem uit de stapel te halen.
nutteloosinutile
rondgaan, stromencirculer
aarzelinghésitation (v)
bepalendéterminer
behalvesauf
geruststellenrassurer
drugsdrogue (v)
derdetiers (m)
eisenexiger
bevelen, voorschrijvenordonner
vrijwilligervolontaire (m/v)
keldercave (v)
stevigsolide
wanordedésordre (m)
woonruimtelogement (m)
hogersupérieur
sparenménager
vervuilingpollution (v)
bestaan uitconsister à
armoedemisère (v)
handeltrafic (m)
beschuldigenaccuser
rechtdroit (m)
beweringaffirmation (v)
gastheer, gasthôte (m)
provincieprovince (v)
veiligheidsécurité (v)
beschermenprotéger
wetloi (v)
handhavenmaintenir
koningroi (m)
koninginreine (v)
regerengouverner
onrusttrouble (m)
partijparti (m)
stakinggrève (v)
vergunningpermis (m)
verklaringdéclaration (v)
afschaffensupprimer
basisbase (v)
crisiscrise (v)
nadeelinconvénient (m)
veranderingvariation (v)
vraagdemande (v)
winstbénéfice (m)
gunstigfavorable
ondanksmalgré
openbaar, publiekpublic
vergelijkingcomparaison (v)
dringend vragenréclamer
aanwezigheidprésence (v)
oplossenrésoudre
aanzienlijkconsidérable
heerseigneur (m)
grondgebiedterritoire (m)
overwinningvictoire (v)
legerarmée (v)
tegenhoudenretenir
tijdensau cours de
beloftepromesse (v)