<=
Index
=>
Flash cards 12b: spreken nl-fr
Klik op Volgende / Omdraaien voor een nieuw woord, of om te kijken of je de vertaling kent. Als je een woord kent kun je op Verwijder klikken om hem uit de stapel te halen.
Volgende / Omdraaien
Verwijder
feit, daad fait (m) mouw manche (v) ondergoed, wasgoed linge (m) het stellen zonder se passer de soort sorte (v) pond livre (v) schaap mouton (m) varken(svlees) porc (m) slagerij boucherie (v) koorts fièvre (v) net goed, medium à point slagroom crème chantilly (v) rook fumée (v) makker compagnon (m) aantonen démontrer bord assiette (v) briefje note (v) gat trou (m) op goed geluk au hasard bocht tournant oever rive (v) (het) vissen pêche (v) leggen, plaatsen placer partner partenaire (m/v) bestuurder pilote (m) lek crevé omleiding déviation (v) rem frein (m) verdraaid mince alors vlucht vol (m) achtervolgen poursuivre afleggen parcourir dier bête (v) eend canard (m) groeien pousser jagen (op) chasser gang couloir (m) tellen compter wapen arme (v) bezit possession (v) ervaring expérience (v) lening, krediet crédit (m) winkel- commercial bankbiljet billet de banque (m) gedrag conduite (v) cijfer chiffre (m) handig pratique rubber caoutchouc (m) wiel roue (v) nieuws journal télévisé (m) opgave épreuve (v) vernietiging destruction (v) weg voie (v) vervolg suite (v) geloof foi (v)
<=
Index
=>