<=
Lidwoorden oefenen
Vul het goede lidwoord in. Kijk daarbij naar het woord zelf, en naar de vertaling.
des l' la le les un une
een schilder :
peintre - het boek :
livre
de schrijfster :
auteur - een vraag :
question
de hond :
chien - een konijn :
lapin
het paard :
cheval - de koe :
vache
de leraren :
professeurs - musea :
musées
de steden :
villes - de acteurs :
acteurs
de TV :
télé - een persoon :
personne
de koning :
roi - het meisje :
fille
de oefeningen :
exercices - dames :
dames
een opa :
grand-père - de ouders :
parents
de dochter :
fille - een tante :
tante
de Lage landen :
Pays-Bas - het station :
gare
controleer
OK
<=