Oefenen met woordsoorten

iDevice-pictogram Cherchez - Zoek op
Zoek de gevraagde items op en beantwoord de vragen.

Zoek het woord kom op op blz. 155 van je woordenboek N-F. Vul de betekenissen van het woord in:

Hebben deze woorden iets te maken met "ik kom"?

Hoe moet je dan zoeken? Je weet dat je een werkwoord zoekt, nl. 'kom'. Wat is het hele werkwoord dat daarbij hoort?

Kijk nog eens op blz. 155 van je woordenboek N-F. Zie je dit woord hier staan? Schrijf de eerste betekenis op:

We doen hetzelfde met wil in de zin: "Ik wil vanmiddag naar de skatebaan."

Is wil in deze zin een zelfstandig naamwoord of een werkwoord?

Wat is het hele werkwoord dat daarbij hoort?

Op welke bladzijde vind je dat in je woordenboek? blz.

Wat betekent het in het Frans?  

 

 

  

iDevice-pictogram Completez - vul aan
Bij het opzoeken van woordsoorten kunnen afkortingen je helpen. Zoek de onderstaande afkortingen op.
ww
m
v
vz
vnw
zn
bn
bw
 Onthoud bij bijvoeglijk naamwoorden dat alle vormen bij 1 vorm te vinden zijn: grote en groot vind je allebei bij groot!
  

iDevice-pictogram Cherchez et notez - Zoek op en noteer
Zoek in je woordenboek N-F de (eerste) betekenis van de schuingedrukte woorden op en vul ze in. Noteer ook de afkorting die laat zien wat voor soort woord het is. Je hoeft nog niet te letten op de goede vorm, behalve bij werkwoorden!

Vanmiddag gaan wij de boterhammen in de kantine opeten .

Jij moet de kaartjes voor de film gaan kopen .

Hij is zijn zwarte broek vergeten.

De bij vliegt naar de grote wei.

De hond rent in zijn fraaie hok.

We gaan morgen een nieuwe stoel kopen.

We gaan naar de supermarkt om verse groente en fruit te kopen.