Wat heb je nodig om het meeste uit je woordenboek te halen?
Cherchez - Zoek op
Pak je woordenboek Frans-Nederlands. Kijk op pagina 11 bij de 'wegwijzer'. Hier staat uitgelegd wat alle tekens en manieren van schrijven betekenen. Op bladzijde 9 en 10 staan de afkortingen.
Lees deze bladzijdes goed door en maak dan de opdrachten.
1. Hoeveel betekenissen heeft het woord cheval op blz. 70? Zitten er grote verschillen tussen deze betekenissen?
2. Wat staat er tussen de (...) bij de tweede betekenis van het woord charge op blz. 67? Wat betekent dit?
3. Wat staat er schuingedrukt achter het woord femme? En wat betekent femme in het Nederlands?
Wat staat er schuingedrukt achter het woord homme? En wat betekent homme in het Nederlands?
Wat betekenen dan de v en de m?
v:
m:
Is in het Frans nu le femme of la femme? Het is , want femme is vrouwelijk.
4. Bij het woord être op blz. 143 staat eerst een I, dan twee afkortingen en daarna pas een betekenis. We vergeten zelfst en kopp even. Wat betekent volgens jou ww?
5. Zoek nu het woord rouge op op blz. 310. Je ziet daar achter de I bn staan, achter de II bw en achter de III m. Als je de betekenissen leest zie je dat het woord in alle drie de gevallen rood betekent. Wat betekent bn?
Je weet nu ook dat rouge een zelfstandig naamwoord is.
6. In de wegwijzer bij het woord pif staat uitgelegd waar de tilde, ~, voor is. Kijk eens bij het woord discours op blz. 117. Door welk woord moet je de ~ vervangen in des ~ en l'air?
De komma tussen rede(voering) en toespraak geeft aan dat beide betekenissen goed zijn.
7. Pak nu je woordenboek Nederlands-Frans op blz. 10. Welke titel staat erboven?
Het is dus dezelfde bladzijde als in je woordenboek Frans-Nederlands. De afkortingen staan ook weer op de bladzijden ervoor.
Je hoeft deze dingen dus niet uit je hoofd te weten om een woordenboek te gebruiken! Je kunt ze altijd terugvinden en als je je woordenboek vaak genoeg gebruikt, leer je ze vanzelf wel kennen.