werkwoorden en het woordenboek

Werkwoorden hebben verschillende vormen: het hele werkwoord, en de vervoegde vormen daarvan.

In een tekst zul je meestal de vervoegde vorm tegenkomen: je... tu... il... elle... on... nous... vous... ils... elles... En dan kan het ook nog in verschillende tijden staan! Dit maakt het opzoeken van werkwoorden erg lastig.

In het woordenboek staat altijd het hele werkwoord. Als je een vorm wilt opzoeken, zul je dus eerst moeten weten bij welk hele werkwoord deze vorm hoort voordat je de betekenis kunt gaan opzoeken.

iDevice-pictogram Cherchez et notez - Zoek op en noteer
Zoek in je woordenboek N-F naar de betekenis van de onderstaande werkwoorden.
onderstrepen
bouwen
parkeren
speuren
vergeten
kiezen
wonen
durven
proeven
vragen
  

iDevice-pictogram Réfléchissez, cherchez et notez - Denk na, zoek op en noteer
Vul achter de werkwoordsvormen eerst het hele werkwoord in en ga daarna op zoek naar de Nederlandse betekenis ervan.
vorm werkwoord hele werkwoord Nederlandse betekenis v.h. hele werkwoord
tu caches
il utilise
nous continuons
je viens
on dit
tu envoies
nous sentons
elle vend
nous regrettons
vous traversez
  

iDevice-pictogram Réfléchissez, cherchez et notez - Denk na, zoek op en vul in
Doe hetzelfde als bij de vorige oefening, maar let op: de werkwoorden staan in de présent, de imparfait of de passé composé! Vul ook in in welke tijd het werkwoord staat.
vorm werkwoord tijd hele werkwoord Nederlandse betekenis v.h. hele werkwoord
il a marché
je regardais
il a permis
tu inventes
on connaît
nous recherchions
vous pouvez
ils ont annulé
elle a mis
elles étaient